De warmtepomp als een helder licht

In de noordelijke provincies schijnt de warmtepomp als een helder licht aan de duurzame horizon. Deze regio’s hebben een voorsprong genomen in de adoptie van warmtepomptechnologieën. Statistieken uit het Warmtepomp Trendrapport van Dutch New Energy Research onthullen een boeiende kloof tussen het noorden en andere gebieden zoals de Randstad en Flevoland.

Het rapport illustreert een opvallende ongelijkheid: terwijl het noorden trots gemiddeld drie warmtepompen per 1000 inwoners heeft geïnstalleerd met subsidie in het afgelopen jaar, blijven de cijfers in de Randstad en Flevoland achter. Hier zijn minder dan twee warmtepompen per 1000 inwoners geplaatst in dezelfde periode, volgens gegevens van het eerste halfjaar van 2023.

Deze trend lijkt standvastig te blijven voor de rest van het jaar, zoals voorspeld door het onderzoeksbureau. De projecties laten geen significante verschuiving zien in deze verdeling van warmtepompinstallaties.

De vooruitzichten voor dit jaar voorspellen de installatie van zo’n 120.000 warmtepompen in bestaande Nederlandse woningen, waarvan de helft elektrisch is en de andere helft hybride. Deze hybride varianten, hoewel niet volledig gasvrij, bieden toch een weg naar vermindering van gasverbruik.

Opmerkelijk genoeg heeft het demissionaire kabinet het doel van 125.000 warmtepompen tussen 2022 en 2024 al ruimschoots overtroffen, met ruim 100.000 installaties vorig jaar alleen al. Deze successen zijn echter niet gelijkmatig verspreid over Nederland, waarbij het noorden duidelijk de leiding neemt in de warmtepomprevolutie.

De verschuiving wordt nog duidelijker in de context van cv-ketels: het rapport suggereert dat de verkoop van nieuwe cv-ketels dit jaar voor het eerst lijkt te dalen. Deze daling kan deels worden toegeschreven aan de groeiende populariteit van (hybride)warmtepompen en het tijdsintensieve karakter van warmtepompinstallaties, waardoor minder monteurs beschikbaar zijn voor traditionele cv-installaties.

Het noordelijke gebruik van warmtepompen met subsidies toont aan dat meer dan 80 procent van de geplaatste warmtepompen in bestaande huizen wordt ondersteund door deze regeling. Dit fenomeen lijkt prominenter in de noordelijke regio’s, waarbij Drenthe bijvoorbeeld bijna vier keer zoveel gesubsidieerde warmtepompen heeft geïnstalleerd in vergelijking met Zuid-Holland.

Waarom juist het noorden zoveel warmtepompen omarmt, lijkt niet verrassend als men kijkt naar de woningtypes. Vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen, meer aanwezig in deze regio, kennen gunstigere terugverdientijden voor warmtepompen dan de kleinere woningen in de Randstad. Daarbij komen nog de alternatieve verwarmingsmethoden voor appartementen, zoals warmtenetten en blokverwarming.

Toch staat er een verandering op de horizon. Vanaf 2026 wordt het verplicht om een warmtepomp te installeren bij vervanging van de traditionele cv-ketel. Huiseigenaren hebben dan de keuze tussen een volledig elektrische warmtepomp en een hybride variant. Deze nieuwe regel heeft echter uitzonderingen voor appartementen, monumentale panden en woningen die binnen tien jaar op een warmtenet worden aangesloten.

De hybride warmtepomp, hoewel goedkoper dan de volledig elektrische, behoudt de traditionele cv voor ondersteuning. Dit leidt tot aanzienlijke besparingen op de gasrekening, met een reductie van 60 tot 70 procent. Deze cv-ketels worden alleen nog actief bij vriesweer, terwijl ze het hele jaar door het warme water verzorgen.

Deze dynamische veranderingen in de Nederlandse huizenmarkt beloven een duurzamere toekomst, met warmtepompen als een centraal instrument om het gebruik van gas te verminderen.